De esthetiek van Japanse hoge sieraden is gevuld met een subtiel gevoel voor de natuur. Het observeren van een fragiele stengel die zwaait in zachte luchtgolven, een klein insect dat een moeilijk pad langs een boomstam overwint... Al deze kleine, onzichtbaar voor de grote wereld, natuurlijke fenomenen worden verheerlijkt in de Japanse poëzie, beeldende kunst en, natuurlijk, sieraden zijn een voortzetting van deze prachtige esthetiek.
De getalenteerde Japanse ontwerpster Kaoru Kei Akihara richtte in 1992 haar bedrijf Gimel op.
Ze kreeg een uitstekende opleiding in sieradenontwerp en schilderen. Daarnaast bestudeerde ze de traditionele Japanse kunst van ikebana en de wetten van de theeceremonie. Dit laatste heeft duidelijk invloed gehad op het ontwerp van Gimel-producten.
Volgens Kaoru Kei Akihara “moet er een verhaal achter de versiering zitten.” Daarom bevatten veel van haar werken de kleinste details, bijvoorbeeld een kleine slak die langs de binnenkant van een brocheblad kruipt. Deze details maken de producten van Gimel uniek en bijzonder.
De basis van Gimel-sieraden is de pavé-techniek. Pave, wat 'tegel' betekent in het Frans, is een zetting waarbij edelstenen aan de metalen zetting van een sieraad worden bevestigd. Vroeger werd deze techniek toegepast bij Art Deco sieraden.
Kijk hoe wonderbaarlijk “trapiche” smaragd “past” in de sieraden, en Alexandrieten zijn de ogen van de schildpad!
Van heldere diamanten tot roze diamanten en groene demantoïde granaten: edelstenen zijn zorgvuldig ingelijst in metalen om een natuurlijke kleurgradatie te creëren.
Deze techniek vereist ongelooflijk veel inspanning en het werk kan alleen worden gemaakt met vaardigheid en alle kleuren en vormen van de edelsteen.
De prachtige, lieve, sierlijke wereld van sieraden... ook al zijn Japanse juweliers niet breedsprakig en bescheiden in hun uiting van schoonheid in de vorm van sieraden, hun 'stem' is helder en fris.
